Het ontstaan van De Stijl in Leiden
In de voetsporen van De Stijl
De historische universiteitsstad Leiden oefent al eeuwenlang een grote aantrekkingskracht uit op wetenschappers en kunstenaars. Grote namen als Rembrandt van Rijn, Jan Steen, Albert Einstein, Gustav Mahler en Sigmund Freud hadden er hun thuishaven. Het is dan ook geen toeval dat Theo van Doesburg uitgerekend in Leiden, het ‘Bolwerk van de Vrijheid’, het tijdschrift De Stijl oprichtte. De internationale kunstbeweging die rond het tijdschrift ontstond, trok kunstenaars als Piet Mondriaan, Vilmos Huszár, Bart van der Leck en architecten als J.J.P. Oud en Gerrit Rietveld aan.
Van Doesburg en Leiden
Theo van Doesburg was een revolutionair in de kunst, met grote ambities: de nieuwe, abstracte en objectieve beeldtaal van De Stijl zou iedereen aanspreken en zo voor grotere wereldharmonie zorgen. Theo van Doesburg was een revolutionair in de kunst, met grote ambities: de nieuwe, abstracte en objectieve beeldtaal van De Stijl zou iedereen aanspreken en zo voor grotere wereldharmonie zorgen. Hij streefde een universele kunst na die de mensen zou kunnen verenigen – op een moment dat buiten de grenzen van Nederland de Eerste Wereldoorlog nog volop woedde. In Leiden ontwikkelde Van Doesburg zijn eigen stijl. Zijn vroegste werk is nog natuurgetrouw, bijvoorbeeld in een vrij realistische tekening van de Blauwpoortsbrug in Leiden. Maar in volgende versies gaat hij de werkelijkheid steeds verder vereenvoudigen tot eenvoudige lijnen en vlakken. Uiteindelijk ontwikkelt Van Doesburg een zuiver abstracte werkwijze waarin het schilderij niet langer verwijst naar een herkenbare werkelijkheid.
De diagonaal
Museum De Lakenhal heeft meerdere werken van Theo van Doesburg in zijn collectie. Daaronder bevindt zich het sleutelwerk ‘Sfeer’, het eerste volledig abstracte schilderij van Van Doesburg. In 2017, precies honderd jaar na het ontstaan van De Stijl, kon Museum De Lakenhal het topstuk ‘Contra-compositie VII’ aankopen. Dit schilderij wordt meestal als ruitvorm opgehangen, maar tegenwoordig denkt met dat Van Doesburg het als vierkant schilderij met diagonale compositie bedoeld heeft. Het doek is deel van een reeks van vijf, waarvan er drie in Nederland te zien zijn: Contra-compositie V (Stedelijk Museum, Amsterdam), Contra-compositie VI (Tate Modern, Londen), Contra-compositie VII (Museum De Lakenhal, Leiden), Contracompositie VIII (Art Institute of Chicago, Chicago) en Contra-compositie X (Kröller- Müller Museum, Otterloo).