Rembrandt van Rijn in zijn jonge jaren
Het gezin waar Rembrandt opgroeide
Rembrandt Gerritszoon van Rijn werd op 15 juli 1606 geboren in Leiden. Zijn vader was in die tijd molenaar in Leiden en maalde koren voor een bierbrouwerij. De ouders van Rembrandt kregen in totaal tien kinderen waarvan er drie op jonge leeftijd overleden. Na het overlijden van de vader, nam zijn oudste broer Gerrit de werkzaamheden op de molen over. Als hij niet lang daarna zelf ook overlijdt, wordt zijn jongere broer Adriaen molenaar. De andere broers en zussen hadden geen andere keus dan mee te helpen op de molen. Rembrandt had meer geluk: toen hij als negende kind werd geboren was er genoeg hulp op de molen en dus ging hij naar de Latijnse School.
De opleiding van Rembrandt
Rembrandt begon op de Latijnse School als hij een jaar of zeven was. Hij leerde hier over de Bijbel, het christendom, literatuur en natuurlijk Latijn. Een van zijn docenten, Hendrick Rijverding, leerde hem kalligraferen en schilderen. Hier werd dus al het zaadje geplant voor de Rembrandt die wij vandaag de dag kennen. Op veertienjarige leeftijd schreef Rembrandt zich in aan de universiteit van Leiden voor de opleiding letterkunde. Hier volgde hij ook colleges in theologie. De kennis die hij hier vergaarde over mythische en Bijbelse verhalen schemert later door in zijn schilderijen.
De eerste schilderijen van Rembrandt
Rembrandt maakte zijn studie niet af en verliet voortijdig de universiteit om zijn droom na te jagen: schilder worden. Hij ging in de leer bij de Leidse schilder Jacob van Swanenburgh. In deze periode maakte hij zijn eerste schilderijen, etsen en tekeningen in het atelier aan de Langebrug 89. Hier is helaas weinig van bewaard gebleven. Daarna had Rembrandt nog vele meesters die hem de basis bijbrachten van de schilderkunst. In zijn eerste bewaarde schilderijen zijn nog enkele invloeden te ontdekken van zijn leermeesters.